BUTYLHYOSCINE bromideLaatste bijwerking : 2018.3.17 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal, parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | check III | check III | check III | (ja) II | check III | |
geen info | geen info | geen info |
Er bestaan vooral gegevens rond perinataal gebruik. Het gebruik bij vrouwen in pre-eclampsie is afgeraden.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
De gegevens over het gebruik van butylhyoscinebromide bij zwangere vrouwen zijn beperkt [SKP Buscopan 03 2017].
Dierexperimenteel:Uit niet-klinische gegevens of onderzoek ter beoordeling van het carcinogene potentieel of het eventuele effect op de vruchtbaarheid, de embryonale of foetale toxiciteit en de peri- en postnatale ontwikkeling, blijkt geen enkel risico voor de mens [SKP Buscopan 03 2017].
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Intraveneuze toediening van butylscopolamine aan pre-eclamptische zwangere vrouwen leidde tot eclamptische convulsies (n=2) [Schaefer]. Een studie werd uitgevoerd met 197 patiënten tijdens de actieve fase van de bevalling (minstens 4 cm cervicale dilatatie). Ze kregen een éénmalige injectie met 20 mg butylhyoscine bromide, waarop het verloop van de bevalling werd opgevolgd. De resultaten werden vergeleken met placebo. De duur van bevalling kon met ongeveer één uur worden ingekort in de butylhyoscine groep. Er was geen verschil in APGAR scores tussen beide groepen [1]. In een gelijkaardige studie werden 60 vrouwen a terme behandeld met butylhyoscine bromide (40 mg) en de resultaten vergeleken met atropine (0,5 mg). De groep behandeld met butylhyoscine bromide had een kortere bevallingsduur dan deze behandeld met atropine [2]. Butylhyoscine (20 mg; n=65) was doeltreffender dan placebo (n=65) wanneer toegediend onder de vorm van een zetpil [3].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L?
Er bestaan onvoldoende gegevens over de uitscheiding van butylhyoscine bromide en zijn metabolieten in de moedermelk [SKP Buscopan 03 2017]. Anticholinergica verminderen mogelijks de prolactine productie. Dat zou kunnen leiden tot verminderde melksecretie [Hale].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar.